Met regelmaat wordt mij gevraagd om een vaccinatieadvies voor een hond. Hiervoor zijn mooie schema’s gemaakt, gebaseerd op de gemiddelde werking van een vaccin (standaard vaccinatie schema) maar inmiddels is gebleken dat niet alle dieren op dezelfde manier op de entingen reageren en blijkt de opbouw van de bescherming per dier te verschillen. De schema’s stammen nog uit de tijd dat weinig mensen (baasjes en dierenartsen) wisten van titerbepalingen.
Inmiddels weten we beter. We kunnen meten. En meten is weten!

Dit betekent dat we voor Distemper, Hepatitis en Parvo voor elke hond een passend advies kunnen geven en voor katten maken we een plan nadat we de afweer tegen Kattenziekte en Niesziekte hebben gemeten. Dat stuk heb ik in een ander artikel besproken. Klik hier voor de link naar het titeren met VacciCheck.
Maar dan blijven er nog een paar andere ziektes over waar we een beslissing over moeten nemen. Die ziektes wil ik hier gaan bespreken.

Rabiës is de makkelijkste om te bespreken. Als je je dier meeneemt naar het buitenland MOET die in het bezit zijn van een chip, paspoort en een geldige rabiësvaccinatie. Ook al is het in het laboratorium mogelijk om te zien of je dier voldoende beschermd is, op dit moment is dat nog niet voldoende om de grens over te gaan. Vaak is een vaccinatie tegen rabiës die tenminste 3 weken voor vertrek is gegeven voldoende, maar soms moet er een maand zitten tussen de vaccinatie en de reis.
Voor elk land zijn de regels terug te vinden op de website van het LICG: https://www.licg.nl/vakantie-dier-gaat-mee .

Besmettelijke hondenhoest
is de nieuwe naam voor Kennelhoest. Maar het wordt niet alleen overgedragen in de kennel. Overal waar honden snuffelcontact hebben kunnen ze de ziekte krijgen. Het is vergelijkbaar met de griep bij mensen. Er is niet één specifiek virus verantwoordelijk maar een combinatie van virussen en bacteriën. Wanneer moet je vaccineren? Als dat verplicht is voor het pension of de cursus waar jouw hond naartoe gaat. Voor dieren met een beperkte afweer (pups of juist oudere dieren) kan het ook verstandig zijn. Is jouw hond gewoon gezond en gaat hij/zij niet naar een pension dan is vaccinatie niet noodzakelijk.

Over Leptospirose wordt de laatste tijd veel geschreven. Het gaat hier om een bacterie en daardoor denken veel mensen dat het wel over gaat met een kuurtje antibioticum. Maar het gevaar van leptospirose wordt nog altijd onderschat, omdat vooral lichte besmettingen moeilijk worden herkend waardoor de diagnose in de praktijk soms niet of pas heel laat wordt gesteld.
Er zijn zeer veel ziekteverwekkende leptospiren (meer dan 200). Gelukkig komen deze niet allemaal in Nederland voor en zijn ze ook niet allemaal gevaarlijk voor honden. Tegen de vier in Nederland voorkomende leptospiren die voor de hond gevaarlijk zijn kun je je hond laten vaccineren.
De eerste ziekteverschijnselen bij honden met leptospirose kunnen zeer verschillend zijn. Koorts, niet eten, later soms gevolgd door geelzucht en nierproblemen. Diarree en braken worden vaak gezien. Een hond met leptospirose heeft intensieve medische zorg nodig. Maar desondanks overlijden de meeste honden toch aan deze ziekte.
Het gaat hier om een zoönose. Een zoönose houdt in dat de ziekte van dier op mens overdraagbaar is. Omdat de ziekte erg besmettelijk is kan het zijn dat uw hond niet bij uw dierenarts kan worden verpleegd als die geen quarantaineafdeling heeft.
Gezien het groeiend aantal besmettingsgevallen van leptospirose bij mensen en honden in de afgelopen jaren in Nederland, wordt deze ziekte nu als endemisch aangeduid in Nederland. Daarom is het advies om alle honden te vaccineren tegen leptospirose.
Leptospirosevaccins bieden goede bescherming. Het advies is om een vaccin te kiezen dat tegen de 4 meest voorkomende serogroepen beschermt. Helaas is er dan nog altijd een kleine kans op leptospirose, veroorzaakt door serogroepen, waartegen u niet kunt vaccineren. Voor een goede bescherming moet een hond eerst twee keer gevaccineerd worden met 3-4 weken tussentijd. Daarna moet de vaccinatie jaarlijks herhaald worden. De huidige vaccinatie biedt een bescherming van minimaal een jaar.

Heeft u na het lezen van dit artikel toch nog vragen? Vraag dan uw dierenarts om meer informatie.